U heeft mogelijk gemerkt dat de laatste jaren fysiotherapeuten steeds vaker vragenlijsten gebruiken om uw gezondheidsstatus te meten. U heeft mogelijk ook gemerkt dat uw fysiotherapeut vroeger u behandelde, maar tegenwoordig meer samen met u de mogelijkheden bespreekt. Deze veranderingen in zorg en wat uw rol (als zorgvrager) daarin is, is het onderwerp van deze blog. 

Sinds de jaren ‘90 is fysiotherapie behoorlijk veranderd. Waar voorheen de fysiotherapeut parafine pakkingen, massage, ultra korte golf en ultra geluid behandelingen gebruikte zijn deze tegenwoordig grotendeels vervangen door oefentherapie, manuele therapie, coaching en advies. Waar u vroeger uw klacht vertelde aan de fysiotherapeut en nog voor u uitgepraat was al op uw buik lag om gemasseerd te worden, wordt er tegenwoordig eerst een uitgebreid vraaggesprek met aanvullende testen afgenomen. De keuze voor andere behandelmethodes heeft te maken met de onderbouwing vanuit wetenschappelijke onderzoek. In de loop van de jaren ‘90 en zeker vanaf de jaren 0 wordt er in de fysiotherapie steeds meer onderzoek gedaan. Dit onderzoek wordt geïndiceerd vanuit de gedachte om evidenced based te werken. 

Evidence Base Practice

Evidence based practice of evidence based medicine is in de jaren ’80 en ’90 ontwikkeld door onder andere de pioneers David Eddy en Gordan Guyatt. De gedachte van evidence based practice komt voort uit de (klinische) epidemiologie. Epidemiologie is het bestuderen van de gezondheidsstatussen in een (afgebakende) populatie. 

De drie pijlers waar evidence based practice op gebaseerd zijn (Sackett, 1996): 

De voorste pijler van evidence based practice is wetenschappelijke evidentie. Ondersteunende wetenschappelijke literatuur geeft de therapeut kennis over de effectiviteit van een therapie. Een patiënt valt lang niet altijd precies binnen de beschreven onderzoekspopulatie. In onderzoekspopulaties worden bijvoorbeeld zelden kinderen of mensen met meerdere of complexe klachten beschreven. De therapeut zal op basis van de literatuur, vaak in de vorm van een richtlijn, een gewogen oordeel moeten vormen over de voorkeurtherapie. 

De middelste ballon staat voor expertise van de therapeut. Een therapie kan alleen worden ingezet als de therapeut de behandeling (goed) kan uitvoeren. Hoe beter de therapeut is in de therapie, des te groter gaat het effect zijn. 

De achterste ballon, patiënt voorkeuren, gaat over de hulpvraag van de zorgvrager. Een behandeling kan alleen succesvol zijn als deze aansluit bij de voorkeuren/wensen en klachten van degene die om zorg vraagt.  

Doel van Evidence Based Practice

Het doel van evidence based practice is om alle 3 de pijlers zo goed mogelijk te verenigen bij het maken van een keuze voor de therapie. Alleen ervaring en kunde van de therapeut maakt dus niet het verschil. Het is belangrijk om ook vanuit wetenschappelijke kennis en de wensen van de zorgvrager de keuze voor de behandeling te bepalen. 

Er bestaat namelijk een groot gat tussen wat zorgverleners denken dat het meest belangrijk is versus wat een zorgvrager als meeste belangrijk vindt. Uit het onderzoek van Mulley et al. blijkt dat artsen denken dat bij 71% van de patiënten met borstkanker dat borstbesparing de top prioriteit is, maar slechts 7% van de patiënten vind dat borstbesparing de topprioriteit is. Ook blijkt uit dit onderzoek dat als patiënten beter geïnformeerd worden ze vaak een andere beslissing over de behandeling zouden nemen.  

Waar leidt het toe?

Uiteindelijk leidt de gezamenlijke besluitvorming tussen zorgverlener en zorgvrager zelfs tot gezondheidswinst. Meer therapietrouw (belangrijke voorwaarde voor succes), betere kennis over de risico’s en baten van therapie en uiteindelijk zelfs tot kosten reductie van de totale zorg. (Oshima Lee et al.). Het is dus heel belangrijk voor u als zorgvrager om niet blind af te gaan op de voorkeuren die uw fysiotherapeut heeft ten aanzien van de te kiezen behandeling. 

Fysiotherapeuten hebben tegenwoordig steeds meer verschillende behandeltechnieken tot hun beschikking en er zijn meerdere manieren om u te coachen door het behandelproces. Probeer zo goed als u kan aan te geven wat uw wensen en voorkeuren zijn ten aanzien van de behandeling, zodat u samen met uw fysiotherapeut tot een goede behandeling kan komen. Het is ten slotte in ieders belang dat de therapie aansluit bij uw voorkeuren. 

Bronnen:

Sackkett DL, Rosenberg WM, Gray JA, Haynes RB, Richardson WS. Evidence based medicine: what it is and what it isn’t. BMJ. 1996. Jan 13. 312; 71-72

Mulley AG, Trimble C, Elwyn G. Stop the silent misdiagnosis: zorgvragers’ preferences matter. BMJ. 2012. Nov 8;245. 

Oshima Lee E, Emanual EJ. Shared decision making to improve care and reduce costs. N Eng J Med. 2013. Jan 3; 368:6-8.