Blog

Wat is de functie van de kruisbanden?

De knie bestaat uit drie botstukken: het bovenbeen, het onderbeen en de knieschijf. Aan zowel de binnen- als buitenkant van de knie zitten kniebanden (mediaal en lateraal collateraal ligament). Binnenin de knie zitten de binnenste en buitenste meniscus en de voorste en achterste kruisband. Deze kruisbanden zorgen mede voor de stabiliteit in de knie. De voorste kruisband voorkomt dat het onderbeen naar voren schuift ten opzichte van het bovenbeen en de achterste kruisband voorkomt juist dat het onderbeen naar achteren schuift ten opzichte van het bovenbeen.

 

Hoe ontstaat de blessure? 

De kruisbanden kunnen scheuren tijdens onverwachte bewegingen of een val, zoals bij sporten met veel draaibewegingen (voetbal, hockey, handbal, skiën). Je kunt hierbij een knap voelen of horen. Vaak ontstaat er direct een zwelling in de knie en de knie kan instabiel aanvoelen. In overleg met de orthopeed wordt besloten of een operatie geïndiceerd is of niet. Dit is afhankelijk van de leeftijd en doelen van de sporter. Over het algemeen wordt een operatie geadviseerd wanneer een sporter weer een pivoterende sport (met veel wenden/keren) wil gaan doen.

 

Hoe ziet de revalidatie er uit?

De dag na de operatie komt er een fysiotherapeut aan huis voor een intakegesprek. Vervolgens zijn de afspraken bij voorkeur op de praktijk omdat we daar meer mogelijkheden hebben voor de behandeling. In de beginfase zit er veel zwelling in en rondom de knie en is het belangrijk om voldoende rust te houden, zodat de knie rustig wordt (minder zwelling) en de mobiliteit toeneemt. De fysiotherapeut zal een aantal mobiliserende oefeningen doornemen om te voorkomen dat de knie stijf wordt. Naarmate de zwelling afneemt kunnen de oefeningen steeds verder uitgebreid worden. De eerste 6-8 weken worden de sporters 1 op 1 begeleid en daarna stromen ze in in de kruisbandgroepen die op verschillende dagen en tijdstippen plaatsvinden. Tijdens de groepstraining volgt iedere sporter eerst zelfstandig zijn of haar oefenschema, welke door de fysiotherapeuten is opgesteld en ook regelmatig wordt bijgesteld. Het laatste deel van de training wordt altijd gezamenlijk afgesloten. Dit deel kan bestaan uit de loopladder, springen, rompstabiliteit of conditie, of een combinatie hiervan. Omdat iedere sporter in een andere fase van de revalidatie zit kunnen er subgroepjes gevormd worden, zodat iedereen op zijn/haar niveau kan trainen.

 

Hersteltraining

Na ongeveer 8 maanden is er de mogelijkheid om de trainingen op de praktijk te combineren met de hersteltraining bij MHC MEP en/of RKSV Boxtel, zodat de sporthervatting geleidelijk aan wordt opgebouwd en een sporter weer vertrouwen krijgt in zijn/haar knie. De overgang naar de eigen trainingen wordt hierbij zo klein mogelijk gemaakt. De trainingen zijn niet alleen geschikt voor hockey en voetbal, maar ook voor andere balsporten, zoals tennis, volleybal en handbal.

 

Tussentijdse evaluaties

Gedurende de revalidatie is het belangrijk om de vorderingen te meten met behulp van kracht- en sprongtesten. Deze testen worden elke 3 maanden uitgevoerd met beide benen afzonderlijk uitgevoerd zodat de waardes met elkaar vergeleken kunnen worden. Aan de hand van de uitslag wordt bepaald wat de stand van zaken is en waar de komende periode extra aandacht aan besteed kan of moet worden. Om uiteindelijk weer veilig te kunnen sporten is één van de voorwaarden dat de resultaten van alle kracht- en sprongtesten met het geopereerde been maximaal 10% mogen afwijken van het niet-geopereerde been. Andere voorwaarden zijn o.a. een goede kwaliteit van bewegen en de afwezigheid van angst bij de sporter zelf.